Arnemuidenaars, Tholenaren, Veerenaren en Vlissingers allemaal leden afkomstig uit deze plaatsen met roots in de visserij. Er zijn veel boeken te koop over het onderwerp visserij. Heel veel dingen zijn er te leren uit deze boeken maar niet alles.

Mooi zijn de verhalen van deze leden over het plukken van mossels, waar vindt  je de beste, waar moet je op letten dat je de goede plukt en ga zo maar door.

Weer anderen kunnen je precies vertellen hoe je het beste hornaet kookt. Ook waar de meeste hornaet te vinden is. (Ter verduidelijking hornaet = Zeeuws voor garnalen).

Dan zijn er de Tholenaren zie je precies kunnen vertellen over het seizoen van de weervisserij en de ansjovis.
De oude Arnemuidenaars en Vlissingers kunnen vertellen over de visserij met de hoogaarzen en het zware leven toen op de visserij.

De navigatie daar kunnen we kort over zijn. Het was hoofdzakelijk zicht navigatie zoals wij dat noemen. En de grondsoorten kenden ze op hun duimpje als ze moesten loden. Vet aan het lood en als ze het ophaalden, door er aan te ruiken of zelfs al door het te zien konden deze vissers al bij benadering zeggen waar ze zich bevonden. Allemaal via overlevering van vader op zoon of andere vissers.

Later kwamen er andere vissersschepen en ging men wat verder van huis.

GPS en Decca waren nog niet in beeld. Hoe doe je het dan met plaats bepaling?

Er was meestal maar één kompas aan boord. Scheepvaart inspectie had toen wel de eis dat het kompas gekalibreerd moest zijn.

Men voer rustig het zeegat uit met dat ene kompas en was soms wel anderhalve dag onderweg naar de visgronden al naar gelang het seizoen. In een boekje hielden ze bij hoeveel uur ze op een Noordelijke koers hadden gevist en hoeveel uur op tegenkoers. Hadden ze het visruim vol of liep het naar het eind van de week, dan gingen ze weer op tegen koers in de hoop dat stroom en drift hen niet te veel had weg gezet. Was het avond of  nacht dan had je nog de vuurtorens en lichtschepen. Met mist werd het heel wat lastiger.

Ik ken het verhaal van een visser die als thuishaven Scheveningen had. Met mist stond een man voor op de plecht te luisteren of je al de branding hoorde. Vervolgens werd het lood gebruikt. Was het mooi helder zand dat aan het lood zat, dan zat je benoorden Scheveningen, was het grijs zand, dan zat je in de buurt van de Waterweg.

Natuurlijk had je in die tijd veel minder scheepvaart op de Noordzee en Het Kanaal. De schepen waren ook niet zo snel. Met een knoop of 18 was het wel een heel snel schip. De meesten haalden 14 of 15 knopen.  Met een simpele radar werd er snel vaart geminderd in de mist of werd er zelfs geankerd.

Ik herinner mij de eerste keer dat ik met vrienden met mijn eerste 8-meter scheepje naar Engeland ging. Ik mocht pas gaan nadat er een reddingsvlot aangeschaft was. Eerst op het Veerse Meer aan de kompaspaal bij de Bastiaan de Langeplaat de kompasfout bepaald en de tabel opgemaakt van zowel het stuurkompas als het peilkompas. De bevoorrading was al gebeurd. Zodat alles op zijn vaste plaats lag. Nu maar hopen  dat de kompastabel klopte.

Een paar dagen later met een bezeilde wind ’s middags om een uur of 4 vertrokken we uit Vlissingen richting  lichtschip Noordhinder. Dat eenmaal in zicht werd koers veranderd richting Galloper. De lightfloat gaf iedere 20 seconden een enorme flits. Na deze zuid ervan te zijn gepasseerd, op naar lichtschip Sunk. Bij Sunk begon het daglicht te worden en zagen we de containerkranen bij Felixstowe. Tegen 11 uur meerden we af bij Woolverstone  aan de Orwell. Eerst even opbellen naar het thuisfront dat we behouden waren aangekomen. We hadden een behoud van 6 knopen. Toch behoorlijk snel voor een scheepje van 8 meter lengte.

Hoe gaan we nu. Met kaartplotter met ingebouwde GPS. Een hand GPS als reserve. Wat wordt het ons toch gemakkelijk gemaakt. Toch is een gedegen reisvoorbereiding een goede zaak. Mijn A4 formaat cahier ligt voor ieder traject open op de kaartentafel om alles te noteren. Aan ‘huiswerk’ ontkom ik niet. Koersen, afstanden, stroom, weerbericht, marifoonkanalen van de te bezoeken haven etc. etc. In de ‘back-up’ kaart worden de koerslijnen getekend en de koersen genoteerd.

Dat alles wordt met potlood B4 gedaan (een foutje kun je dan snel weggommen).

Ik weet niet of het aan mij ligt. Van de coastguard in verschillende landen heb ik al diverse  keren bezoek gehad. Altijd weer de bekende vragen over de scheepspapieren en de certificaten van de reddingsmiddelen en controle ervan. Wat me wel opviel is dat ze de laatste jaren steevast vroegen om mijn reisvoorbereiding. Vooral of ik een z.g. back-up had in het geval de plotter uitvalt. Het behoefden niet eens actuele kaarten te zijn.

Door de toegenomen drukte op het water zijn er meer regels gekomen. Daar ontkomen we niet aan.

De moderne navigatiehulpen, ze zijn toch maar geweldig. Maar ze zullen  eens een keer uitvallen wat dan……… Dan komen de wijsheden en de lessen van de oude vissers altijd van pas.

Chris de Vlieger

Watersport Vereniging Arne - Sfeer foto's
Watersport Vereniging Arne - Sfeer foto's
Watersport Vereniging Arne - Sfeer foto's
Watersport Vereniging Arne - Sfeer foto's

WV Arne!

Op de hoogte blijven van Watersport vereniging Arne

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.